• Liturgisch centrum Immanuëlkerk

  • Liturgisch centrum Ontmoetingskerk

  • Liturgisch centrum De Rank

Lees meer over de Protestantse Gemeente Waddinxveen.

Protestantse Gemeente

Nieuws en informatie over wijkgemeente 't Spectrum

Wijkgemeente 't Spectrum

Nieuws en informatie over wijkgemeente De Rank

Wijkgemeente De Rank

Het laatste nieuws

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Jezus staat aan de oever van het meer van Galilea.  Als Hij wil beginnen met spreken, komen er zoveel mensen om hem heen staan dat Hij besluit  om in een boot te gaan zitten. Dan heeft Hij geen last van het gedrang. Je kunt achter deze op zich logische mededeling nog een diepere waarheid lezen. Dat Jezus in een boot gaat zitten, is bijna een gelijkenis op zich. Hoezo dan, denkt u misschien? De zee is in de Bijbel namelijk een symbool voor chaos en vernietiging; soms zien we dit ook letterlijk in onze tijd nog als een tsunami een verwoestend spoor achterlaat. Jezus laat zo zien, dat Hij met de inhoud  van deze gelijkenis de chaosmachten de baas kan en belangrijker nog, dat Hij ons mensen vaste grond onder de voeten wil geven. Er is dus land in zicht, we hoeven niet kopje onder te gaan!

De gelijkenis van de zaaier is ons allemaal wel bekend. Ik moet daarbij altijd denken aan het kleurige schilderij van Vincent van Gogh, waarbij de zaaier met  brede gebaren het zaad uitstrooit. Had dit niet wat anders gekund, denk je dan, want  heel wat zaad gaat verloren.

Een deel valt langs de weg en de vogels pikken het op. Een ander deel valt op steenachtige plaatsen: er ligt wel een beetje aarde en door de ochtenddauw schiet het wel snel op, maar door de hete zon verdort het weer even snel.  En een deel valt op de distels (dorens in de NBG vertaling), maar als deze opkomen krijgt het ontkiemde zaadje geen licht genoeg en verstikt het. Nu is het goed om te bedenken, dat ze in die tijd in Palestina anders zaaien dan bij ons. Daar wordt gezaaid voor het ploegen en daardoor weet je minder goed waar de stenen ondergrond en de weg is en de distels worden immers mee ondergeploegd.

Maar er is niet alleen vruchteloosheid, er is ook vrucht.  Want er valt ook nog een deel in goede aarde: de resultaten zijn geweldig: 100, 60 en 30 voudige vrucht, d.w.z. drie, twee of één aar met elk ongeveer 30 korrels. “Laat wie oren heeft, goed luisteren” is het slot.

Dit is niet alleen een waarschuwing, maar ook een aanmoediging: je hebt toch oren, luister dan!

We luisteren naar de uitleg van Jezus. Eerst heeft Hij het over het zaad dat langs de weg valt en dat door de vogels opgevreten wordt. Daar gaat het over die mensen, zegt Jezus, die Gods woord hebben gehoord. Maar dan komt de Tegenstrever. Letterlijk staat er: de satan. Dat woord betekent niets anders dan ‘tegenstander’. Nu, de satan, de tegenstander, neemt het weg, het zaad, het woord. En dat hoor je dan zo, uit Jezus’ mond.

En je begrijpt meteen: dit gaat ook over mij. Dat ben ik ook. Jezus heeft het niet alleen maar over anderen. Hij heeft het over mij. Want dat is toch wel een ervaring van velen. Dat het je ontnomen wordt. Dat je je geloof kwijt raakt. Dat op de één of andere manier het vertrouwen tussen je vingers doorglijdt, dat je het niet vast kunt houden.  Dat ik niet meer zo geloof als vroeger, vind ik niet erg, zei iemand tegen mij. Want als mens verander je nu eenmaal. Maar weet u, wat het probleem is, ik heb het idee, dat ik meer kwijtraak dan dat ik terugwin; er komt zo weinig voor in de plaats, zo lijkt het soms tenminste.

En dan gaat Jezus verder. En dan vertelt hij even later over de distels. De zorgen! Waarin je soms kunt stikken. Dat zijn die dingen waar je mee opstaat en mee naar bed gaat. Die je dag in dag uit met je mee draagt. De zorgen, je huis, je baan, je gezondheid, je kinderen.  Herkenbaar? Dat je stikt in zorgen, en niet opbloeit. Ben jij dat? Staan wij daar in het verhaal? Laten we eerlijk zijn: dat zou zomaar eens kunnen!  En dat geldt dus voor al deze mogelijkheden: het zou zomaar eens kunnen dat het hier over ons gaat. Een ieder moet dat voor zichzelf maar eens nagaan.

Maar het is in ieder geval ingewikkelder dan: dat het Jezus het in deze gelijkenis over anderen heeft. De anderen, die er niets van begrepen hebben. Jezus dwingt ons om naar onszelf te kijken. En om onze eigen twijfel, en onze vertwijfeling en ons ongeloof – onder ogen te zien. Jezus  wil ons dwingen eerlijk te zijn.

Ja, of… We zijn er nog niet helemaal. Jezus zegt tenslotte nog één ding, hij benoemt nog één mogelijkheid. En dat is de mogelijkheid van de goede aarde. Dat zijn zij die het woord horen en het aannemen en vrucht dragen: dertig-, zestig- en honderdvoudig!  Diepe zucht, moeilijk gezicht. Zijn wij dat? Ik durf maar nauwelijks hardop te zeggen, dat ik eigenlijk denk van niet. Ja, natuurlijk aan ieder mens zit wel eens een mooi vruchtje. Maar goede aarde, dertig-, zestig-, honderdvoudige vrucht? Ik durf het bijna niet te zeggen: eigenlijk denk ik dat deze goede aarde er niet is. Dat geen mens op die plek in het verhaal staat…

Maar goed, nu komen we wel, vervolgens, terecht bij de reusachtige vraag: wordt het dan wel wat met dat graan? Wordt het dan wel wat met het woord van de God van Israël in de wereld? Gaat dat woord klinken, en gaat dat woord gedaan worden? Zie je, dat is een reusachtige vraag: wat wij horen in de schrift, zal het opkomen, zal het groeien, zal het verder gaan? Die vraag  kan je stellen als kerk, denk ik. Zal het verhaal doorgaan? Wordt het wat met  onze gemeente, die toch zo’n grote taak heeft, namelijk om het verhaal levend te houden?  Dit is al ingewikkeld genoeg.

Maar dat is nog veel te klein gedacht. Want het gaat natuurlijk veel verder dan de kerk. Het is de grote vraag naar de toekomst van de aarde. Dat woord van bevrijding, van leven, het koningschap van God – gaat dat iets worden? Zal het kiemen, zal het opkomen, zal het groeien, zal het vrucht dragen? Komt er ooit de dag van de oogst, zo dat er brood op de tafel staat, voor iedereen, voedsel voor mensen om van te leven? Dat vragen wij ons af, als wij naar onszelf kijken, naar de akker, naar de rotsachtige bodem die onze wereld is. 

Maar misschien is dat wel het hele probleem: dat wij teveel naar onszelf kijken. Dat wij teveel naar de akker staren, en naar de rotsbodem, naar de distels. Dat wij teveel naar ons eigen hart staren. En dat wij ons daar blind op staren.  Maar de zaaier is er ook nog! Ja, heel de gelijkenis draait erom dat die zaaier er is. Daarmee begint het, en met die eerste zin is gelijk alles gezegd: Hoor! Zie! (Prachtig, zoals het er staat!)

Hoor! Zie, de zaaier gaat uit om te zaaien…  En daarmee is alles gezegd. De zaaier gaat rond over de aarde. En het zaad is gezaaid. En het zaad, dat staat overal in de Bijbel voor het woord van toekomst. Zaad, dat betekent nakomelingschap. Dat betekent vruchten. Dat betekent toekomst. En die toekomst gaat beginnen. We hoorden dat ook zo prachtig bij Jesaja: zoals het zaad gezaaid wordt en doet wat het moet doen, zo keert Gods woord niet leeg tot hem terug. Het doet wat het moet doen. Het gaat lukken – hoorden we bij Jesaja.

Dat zaad, daarvan vertelt dus ook de gelijkenis. Het zaad wordt gezaaid. Terwijl wij niet zien hoe het ooit wat moet worden; terwijl wij denken dat dat zaad nergens in goede aarde zal vallen – het gaat toch gebeuren. Het zaad gaat op en het groeit en het is onstuitbaar. Dat zaad komt namelijk uit de hand van déze zaaier. Dat woord komt uit de mond van déze God. Zijn woord zál klinken. Zijn woord zál gedaan worden. Toch!

Zie je, en dat is het hele wonder van dit verhaal. Deze zaaier gaat tóch uit om te zaaien. Hij waagt het erop. Hij neemt het risico van de mislukking. Maar, omdat Hij het is, zál het niet mislukken.  Gemeente, dat is het: de God van Israël waagt het met ons. Hij neemt ons zoals wij zijn en wáágt het met ons, gelooft in ons. Wij misschien niet in Hem, maar Hij wel in ons.

De zaaier gaat uit om te zaaien. Hij geeft het zaad prijs aan onze mensenharten. Hij geeft zijn woord prijs aan onze mensenoren. Hij legt zijn koninkrijk bij ons neer. Hij neemt het risico. Hij gaat de weg van de weerloosheid, de weg van ontkend worden en misverstaan. De weg van vertrapt worden en verstikt. Maar omdat hij het is, zal er toch geoogst worden en gegeten en gevierd. Omdat Hij het is, zal er toch brood op de tafel staan.

De eerste vraag bij een gelijkenis, is altijd: “waarom zou Jezus dit zo hebben verteld?”

Wat moet dit verhaal duidelijk maken aan ons? Op welke vraag wil het antwoord geven?

Ik denk, dat de vraag, de ervaring van mislukking is. Van zaad dat niet opkomt. Inspanningen die niet beloond worden. Goede woorden die niet aankomen. Goede bedoelingen, die uiteindelijk averechts werken. Leven dat verkommert. Dingen die je helemaal verkeerd ziet gaan en niet kunt keren. Er is zaad dat verloren gaat. Zo is dat nu eenmaal. Er zijn dingen die mislukken, buiten onze schuld of deels ook door onze schuld, soms zelfs faliekant misgaan, in de wereld en in ons eigen leven. Dat kan aan je knagen: je kan er moedeloos, doodop en wanhopig van worden. Maar er is ook zaad, dat wel opkomt en zoveel vrucht geeft, dat de Schepping het uit jubelt: bomen klappen in de handen en bergen en heuvels zullen ons juichend begroeten.

Jezus wordt in het evangelie van Mattheüs zélf het zaad genoemd, dat gezaaid wordt om te sterven en dan weer op te staan en te bloeien voorgoed. Tegen de verdrukking in is Hij rond blijven trekken om het verlorene te zoeken en te redden en heeft Hij woorden van bevrijding gesproken en deze ook gedaan!  En ook toen Hij (later) wist dat Hij moest gaan bezwijken aan het kruis, wilde Hij zich niet zomaar gewonnen geven.

Hij gaf zijn discipelen de opdracht, Hem die er dan later even niet meer is, te herdenken, in brood en in wijn. Hem te herdenken als zaad dat dan wel sterven moet, en begraven wordt, maar dan toch óók weer opnieuw opschiet uit de aarde, en opkomt om zich vervolgens te vermenigvuldigen - tot ‘vele korrels saam’. Wij zijn vandaag kinderen van dit eerste zaad dat gestorven is, maar nu nog steeds leeft. En wij vieren Hem en zijn koninkrijk, totdat Hij zelf ooit eens weer wederkomt. We vieren Hem in het breken van brood en wijn, in het vieren van de liefde-voor-God-en-voor-mensen en in het vieren van de verzoening, we hebben vaste grond onder de voeten! Zo mogen we elke dag weer persoonlijk, maar ook als gemeente genieten van Gods vrijgevigheid.

Tot slot nog  het volgende. In mijn vorige gemeente is dit verhaal een keer uitgespeeld bij een bibliodrama avond. Na afloop wordt er altijd nagepraat. Degene die een vogel ‘speelde’ zei: als vogel heb ik heel wat zaad opgegeten, maar ik heb het ook weer uitgepoept. En je weet soms niet, op welke wonderbaarlijke plekken het weer terecht kwam….

In de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.

Amen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kerkdiensten

Zondag 28 apr 2024

Immanuëlkerk
  • 09:00 ds. C. de Jong, Houten
  • 11:00 Ds. R. de Reuver, Houten
  • 18:30 Ds. J. Overeem (Goud van Oud Zangdienst)

Zondag 5 mei 2024

Immanuëlkerk
  • 09:00 Ds.mw. J.E. Dekker-van Asselt, Waddinxveen
  • 11:00 ds. C.C.A. Melgers
  • 18:30 Dhr. C.H. Wesdorp, Zoetermeer

Donderdag 9 mei 2024

Ontmoetingskerk
  • 09:30 Ds. C. Melgers (gez. dienst, Hemelvaartsdag)
  • 09:30 ds. C.C.A. Melgers, Hemelvaart van de Heer

Zondag 12 mei 2024

Ontmoetingskerk
  • 09:00 Ds. J. Overeem

Activiteiten

----------------------
Privacy Verklaring