• Banner Welkom in De Rank
  • Liturgisch centrum De Rank, wit

  • Liturgisch centrum De Rank, paars

Het 2 jarig ZWO project van De Rank is gericht op ondersteuning van vluchtelingen in Noord Irak, via de stichting Medair. Wereldwijd zijn 60 miljoen mensen op de vlucht of ontheemd; meer dan ooit sinds de Tweede Wereldoorlog. De meeste vluchtelingen verlaten hun land omdat het in puin ligt of omdat ze er geen toekomst zien. 80 – 90 procent van de vluchtelingen blijft in de eigen regio. Vanuit Syrië zijn bijvoorbeeld 1,2 miljoen mensen naar Libanon getrokken, een land dat zelf maar iets meer dan 4,5 miljoen inwoners heeft. De verhouding vluchtelingen-lokale bevolking is daar dus ongeveer 1 op 4. Een relatief klein deel van de vluchtelingen kiest als bestemming Europa. Hiermee komen de vragen heel dichtbij.

Volgens Vluchtelingenwerk vroegen in de eerste helft van 2016 8.422 mensen asiel aan in Nederland. Het laatste half jaar van 2015 waren dat er nog 34.344. Het grootste gedeelte bestaat uit Syriërs, Albanezen, Afghanistan en Irak. De redenen dat mensen op de vlucht gaan zijn divers: oorlog, geen (politieke) vrijheid, onrust, schrijnende armoede. In feite maken enkel vluchtelingen uit oorlogsgebieden een kans op een verblijfsvergunning.

Wat is een juiste houding van christenen tegenover de stroom van vluchtelingen? Moeten we dit zien als een bedreiging voor onze vrede, of misschien juist als een kans om met hen het evangelie te delen? Moeten we de grenzen sluiten, vluchtelingen terugsturen of is het beter om hen juist gastvrij te ontvangen? De ZWO wil in dit artikel enkele voorzetten geven om na te denken over de vragen die een rol spelen bij het vluchtelingenprobleem. Een uitgebreider achtergronddocument is te lezen op de website.

Vragen
De achtergrondsituatie van mensen die naar West Europa vluchten is dus divers. Dit kan vragen oproepen, zoals:

  1. Welke vluchtelingen hebben echt hulp nodig? Bij hen die naar Europa komen, gaat het niet enkel om mensen uit oorlogsgebieden. Veel mensen die naar Europa komen, verbleven in landen waar geen oorlog is en die dus als relatief “veilig” bestempeld kunnen worden. Dit geldt bv. voor Turkije, Libanon, Albanië enz. Deze mensen vluchten niet vanwege levensgevaar, maar omdat ze de situatie in hun land of het vluchtelingenkamp als uitzichtloos ervaren. Ze zijn daarmee “economische vluchtelingen”: op de vlucht uit de schrijnende armoede in hun land. Dat geldt bv. ook voor de meesten die afkomstig zijn uit West-Afrika, waar het relatief rustig is. Zij komen vaak via het onveilige Libië, omdat daar de asiel- en smokkelmaffia actief is en hen kan helpen oversteken.
  2. Wat betekent de vluchtelingenstroom voor de landen van herkomst? Sommige vluchtelingen zijn goed opgeleide mensen met relatief veel geld. Ze hebben er bewust voor gekozen om niet te investeren in hun eigen land, maar hun kansen elders te zoeken. In feite is dit voor de landen van herkomst een “braindrain” of een aderlating.
  3. Wat betekent de vluchtelingenstroom voor de achterblijvende christenen? In de afgelopen jaren zijn enorm veel christenen weggetrokken uit het Midden Oosten. De achterblijvende kerken hebben het heel zwaar om het hoofd boven water te houden. De kans is groot dat hierdoor kerken moeten sluiten en het christendom in de regio het nog moeilijker krijgt.

De Bijbel over vluchtelingen
In de Bijbel komen we ook vluchtelingen tegen. Het Oude Testament begint al met de vlucht van Adam en Eva uit het paradijs. Later krijgt Abram de opdracht alles te verlaten en naar het land te gaan dat God hem wijst (Gen. 12:1). Als in Kanaän geen eten is, reist Abram naar Egypte om daar als vreemdeling te verblijven (12:10) Ook Jakob en Jozef wonen en sterven in Egypte als vreemdeling. Hun nageslacht heeft er ruim 400 jaar als vreemdeling doorgebracht. In de Hebreeënbrief wordt hier nog eens aan herinnerd: de aartsvaders waren vreemdelingen en gasten. Ze hadden geen eigen vaderland. In feite waren ze op zoek naar een hemels huis (11:13, 16).
Later, toen de Israëlieten in Kanaän woonden, mochten ze geen verbond maken met de oorspronkelijke bewoners van het land. Ze moesten er op letten dat ze niet meededen met heidense gewoonten, zoals kinderoffers. Israël moest laten zien dat ze anders waren, heilig.

In de wetten van Mozes wordt veel aandacht besteed aan het onderwerp “vreemdeling”.
Er worden vier termen gebruikt:

  1. de buitenlander” (‘nochri’ of ‘nechaar’). Hij had geen officiële status en geen rechten. Als handelaar of reiziger verbleef hij tijdelijk in het land.
  2. de vreemde” (‘zaar’). Hij mocht niet eten van de heilige dingen (Lev. 22:10). Hij was een vreemdeling in de meest negatieve zin van het woord.
  3. de bijwoner” (‘toshaav’). Hij was beter af dan “de vreemde”. Hij mocht in bepaalde gevallen vluchten naar de vrijstad (Num. 35:15).
  4. de vreemdeling” (‘geer’). Deze had de beste positie. Exodus 22:21 zegt bv.: “U zult de vreemdeling geen overlast bezorgen of hem onderdrukken, want u bent zelf vreemdelingen geweest in Egypte”. God neemt het voor de vreemdeling op (zie bv. Deut. 10:18 en Ps. 146:9). De vreemdeling werd gerekend onder de sociaal zwakkeren, die konden rekenen op financiële steun van de gelovigen (De “tienden”-regeling, Deut. 26:12). De tempel stond voor hem open. Hij had recht op het oprapen van wat was blijven liggen van de oogst. (Lev. 19:10, 23:22, Ruth 2 :2). Er waren ook plichten voor de vreemdeling: De vreemdeling moest de sabbat heiligen (Ex. 20:10). Het nuttigen van bloed was verboden (Lev. 17:10), net zo als afgodendienst (Lev. 20:2). Voor hem golden in het algemeen dezelfde plichten als voor de Israëlieten (Lev. 24:22 en Num. 15:14-¬‐16). In een aantal zaken was de vreemdeling achtergesteld bij de joden, bv. m.b.t. de huwelijkswetgeving, slavernij en grondbezit (zie o.a. Lev. 25). Maar uiteindelijk was de situatie van een vreemdeling in Israël heel gunstig in vergelijking met de omringende landen. Een vreemdeling was daar in feite vogelvrij.

In het Nieuwe Testament lezen we over Jezus hoe Hij zelf als baby moest vluchten naar Egypte. Als volwassene besteedt Jezus aandacht aan de positie van niet-joden. Hij trekt bewust de kring ruimer, dan in die tijd gebruikelijk was. Hij bezoekt Samaria, spreekt over een barmhartige Samaritaan, geneest de knecht van een Romeinse hoofdman, helpt een Kananese vrouw en spreekt met Grieken in de tempel. In Mattheüs 25 benadrukt Jezus dat onze houding t.o.v. vreemdelingen zelfs van invloed is bij het laatste oordeel (vs. 35 en 40).
Later in het NT lezen we hoe op de pinksterdag andere volken over God horen in hun eigen taal (Hand. 2:11). De kring wordt groter. Dit geeft onder de eerste christenen ook spanning. Niet alle gelovigen kunnen dit zomaar meemaken (zie bv. Hand. 15:15, Gal. 2:11-¬‐14). Zelfs voor Petrus was het lastig om bij een Romein thuis te gaan eten en over God te vertellen (Hand. 10 en 11). Paulus zegt later dat het voor God niet belangrijk is wat je achtergrond is: Griek of Jood, in Christus zijn we één (Kol. 3:11).

Het is de taak van christenen om God en de medemens te dienen. Bekende teksten in dat verband zijn o.a. Gal 6:10: “Doe goed aan allen, maar meest aan de huisgenoten des geloofs” of Hebr. 13:2: “Vergeet de gastvrijheid niet, want hierdoor hebben sommigen onwetend engelen verwelkomd”. Dit herinnert aan de geschiedenis van Abraham en Lot, die engelen op bezoek kregen. Het woord “gastvrijheid” (filoxenia) betekent letterlijk: “liefde tot vreemdelingen”.

Aandachtspunten
Wat is een goede houding m.b.t. vluchtelingen? Wij moeten beseffen dat het een ingewikkeld (wereld)probleem is, dat wij niet eenvoudig kunnen oplossen. Enerzijds is het belangrijk om opvang van vluchtelingen in de eigen regio te ondersteunen. Dat gebeurt o.a. via het ZWO project voor vluchtelingen in Noord Irak. Vluchtelingenkampen zijn vaak overvol en er is behoefte aan voedsel, water en hygiënepakketten. Anderzijds is de realiteit dat er ook vluchtelingen naar Nederland komen. Dit zijn mensen met hun eigen achtergrond. Vaak mensen met een schrijnend verhaal van armoede en/of oorlog. Mensen die behoefte hebben aan een luisterend oor en praktische ondersteuning.

In de geschiedenis heeft Nederland laten zien een veilige basis te kunnen bieden aan vluchtelingen. Bv. aan de Hugenoten, die asiel kregen vanwege hun geloof. Ook vandaag zijn er onder de vluchtelingen christenen, die op zoek zijn naar steun. In de asielzoekerscentra hebben zij het niet altijd makkelijk als ze voor hun geloof uitkomen. Het zou mooi zijn als we voor hen bidden en met hen in contact kunnen komen.
Maar ook voor de vluchtelingen met een andere geloofsachtergrond kunnen we veel betekenen door gastvrij te zijn. Het is een sterk getuigenis als we vanuit de liefde van Christus met hen in gesprek willen gaan en tijd en aandacht aan hen willen besteden. Deze diaconale houding maakt indruk en kan een opening zijn om over het christelijk geloof te spreken. Veel vluchtelingen zijn oprecht geïnteresseerd in de Bijbel, hoewel er natuurlijk ook zijn die zich tot het christendom bekeren om zo hun kans op een verblijfsvergunning te vergroten.

Hoewel in Waddinxveen geen asielzoekerscentrum staat, wonen ook in Waddinxveen vluchtelingen met een (voorlopige) verblijfsvergunning. Door de versnelde procedure van met name Eritreeërs en Syriërs hebben zij nog nauwelijks de kans gehad om Nederland te leren kennen en Nederlands te leren. In die eerste fase in hun nieuwe woonplaats kunnen wij veel voor hen betekenen bij het inburgeren, door bv. het opbouwen van een netwerk, of heel praktisch de weg te wijzen in de buurt m.b.t. school, huisarts, gemeente en allerlei andere instanties. Bij dit alles is het belangrijk om aan te sluiten bij de initiatieven die er in Waddinxveen e.o. al zijn. Bv. via organisaties zoals COA, Vluchtelingenwerk, Rode Kruis of Gave. Deze organisaties hebben meestal voldoende plek voor nieuwe vrijwilligers. Informeer eens bij hen.
Daarnaast zijn juist de gewone dagelijkse dingen belangrijk, door bv. een goede buur te zijn voor vluchtelingen. Veel vluchtelingen voelen zich eenzaam, ongezien, onbegrepen en niet geliefd. Het kan veel betekenen voor hen als we hen gewoon letterlijk zien staan: in de buurt, in de bus of de supermarkt. Kijk niet weg, maar groet vriendelijk. Een klein gebaar, met grote betekenis.

Als Rank kunnen we proberen om voor vluchtelingen een gastvrije gemeente te zijn. Momenteel wordt er gekeken wat we vanuit de kerken in Waddinxveen hiermee kunnen doen. Hoe kunnen we zorgen dat zij contacten krijgen met Nederlanders? Als er contacten zijn met vluchtelingen en er is bij hen interesse voor het christelijk geloof, dan kunnen zij uiteraard uitgenodigd worden voor een Bijbelstudie of kerkdienst. Het is belangrijk om dit zorgvuldig te doen (bv. door eerst goed uit te leggen hoe een kerkdienst verloopt) en te zorgen voor vertaling als men het Nederlands nog niet goed beheerst. Voor niet-westerse mensen is de ontmoeting enorm belangrijk. Denk daarbij bv. aan het koffie drinken na een kerkdienst of het uitnodigen voor een maaltijd. Besef ook hoe belangrijk het is voor de vluchteling om opgenomen te worden in een nieuw netwerk, zodat hij zich kan thuis voelen, juist ook als het gemis aan de eigen familie soms schrijnend kan zijn. Betrek iemand dus niet enkel bij allerlei activiteiten, maar vooral bij mensen.

Webtips

  • www.gave.nl
    Stichting Gave heeft als motto: gevlucht, gezien, geliefd. De organisatie inspireert en traint kerken en christenen op allerlei manieren om naast de vluchteling te gaan staan en naar hem om te zien.
  • www.evangelie-moslims.nl
    Stichting Evangelie & Moslims is een interkerkelijke stichting die is opgericht om via de plaatselijke kerken te bouwen aan respectvolle relaties met moslimmedelanders.
  • www.kerkinactie.nl/over-kerk-in-actie/onze-themas
    Kerk in Actie is de diaconale organisatie van de PKN. Onder het kopje ‘Vluchtelingen en mensenhandel’ kunt u lezen wat haar visie is op deze onderwerpen. Ook staan er links naar leesmateriaal en materiaal dat geschikt is voor de erediensten.